8 augustus 2013; monitoring akkerrand

Syngenta heeft 2 augustus samen met een Engelse bioloog onze akkerrand langs het uienperceel gemonitord op aanwezige insecten. Operation Pollinator stimuleert de aanleg van biodiversiteitsstroken rondom akkers.In 2013 stelt Syngenta 500.000m2 bloemenzaad aan akkerbouwers en fruittelers in Nederland en België beschikbaar. Met deze bloemzaadmengsels kunnen de juiste biodiversiteitsstimulerende stroken worden aangelegd om daarmee bijen en andere bestuivers te lokken. Ook vogels zullen gebruik maken van de stroken. Syngenta heeft al 10 jaar ervaring met de aanleg van deze stroken in diverse landen over de hele wereld. (Bron:Syngenta)

8 augustus 2013; monitoring akkerrand 8 augustus 2013; monitoring akkerrand

Bumblebee zijn Hommels, Ladybird is een lieveheersbeestje, moth is een motvlinder, wasp is een wesp.
Resultaten
• Erg goed gelukte strook. Een van de beste die we vorige week hebben gezien
• Gelukkig niet op een wendakker, zoals we nogal eens hebben gezien vorige week
• Nog weing bloei van klavers en daardoor ook weinig hommels (bumblebees) aangetroffen
• Door de nabijheid van de tocht relatief veel zweefvliegen die leven op rottend materiaal (Rot Cycle hoverfly)
• Heel veel bladluis etende zweefvliegen (zie tabel: Aphid Predator Hoverfly), waarmee aangetoond dat de nu geel bloeiende stook erg aantrekkelijk is voor bladluis etende zweefvliegen die na voeding op de bloemen (nectar en stuifmeel) de eieren in het aangrenzende gewas leggen . De larven leven vam bladluizen en dragen zo bij aan de plaagbestrijding.

8 augustus 2013; monitoring akkerrand

Zweefvlieg.

Episyrhus balteatus (pyama Zweefvlieg = een van de “Aphid Predator Hoverfly”) kwam het meeste voor in jouw bloemenstrook ( ongeveer 5 per m2), ook in de uien vertoondeze bladluisetende zweefvlieg zich.

Hieronder wat meer info over deze zweefvlieg
Beschrijving
Deze soort is voor het eerst beschreven door Charles de Geer, een geboren Zweed die opgroeide in Nederland waar ook zijn familie vandaan kwam. De wat opmerkelijke Nederlandse naam dankt deze vlieg aan de tekening; een gele basiskleur met een wat complexe, maar regelmatige zwarte strepentekening dwars op het achterlijf. Deze bestaat uit drie zwarte banden met daaronder een vaak onderbroken, dunnere en ietwat V-vormige streep. De bovenste band is meestal versmolten met de driehoekige streep erboven. Het borststuk is zwartbruin en glanzend, en heeft een lichtere, meestal gele ‘uitstulping’ aan de achterzijde. De ogen zijn rood van kleur en de lengte is 7 tot 12 millimeter.
Algemeen
De pyjamazweefvlieg leeft van nectar en stuifmeel van bloemen en er worden meerdere plantensoorten bezocht. Deze soort komt in grote delen van Europa voor, maar ook in Noord-Afrika, Noord-Amerika en in Azië. In Nederland en België is de pyjamazweefvlieg algemeen, en komt overal voor waar veel bloemen en bladluizen zijn. Deze soort is erg populair in de tuinbouw, omdat de larven vraatzuchtige belagers van bladluizen zijn.
Voortplanting
Het vrouwtje legt de witte, langwerpige eitjes in een bladluizenkolonie, waar de larven al na enkele dagen uitkomen. De larve is een platte, kruipende larve die iets weg heeft van een worm, de larve is half-doorzichtig en glimmend. Vooral de larve is erg nuttig omdat het voedsel uitsluitend bestaat uit bladluizen, die worden leeggezogen. De larve is vooral te vinden aan de onderzijde van bladeren, omdat zich hier ook de bladluizen bevinden. Na enige tijd verpopt de larve, deze pop ziet eruit als een bruine druppel. De snelheid van de ontwikkeling hangt sterk af van de temperatuur; in het noordelijkste deel van het verspreidingsgebied komt slechts een enkele generatie tot ontwikkeling, in het zuiden wel vier of vijf.

5 augustus 2013; 1e proefrooiing aardappelen

Vandaag een eerste proefrooiing gedaan in de aardappelen. Op 2 verschillende plekken in het perceel heb ik 2 maal 3 meter aardappelrug opgerooid. Dit heb ik gedaan volgens de proefrooimethode van de VTA.
VTA staat voor Verenigde Telers Akkerbouw en is een vereniging van, door en voor akkerbouwers. Zij wil haar leden zo breed mogelijk informeren op het gebied van agrarische markten. Het is een non-profit organisatie. De VTA-leden vertegenwoordigen 40% van het Nederlandse consumptieaardappelareaal en eveneens een aanzienlijk deel van het uien- en knolselderijareaal. VTA voorziet telers van markt- en prijsinformatie voor 5 verschillende gewassen: consumptieaardappelen, uien, knolselderij, wortelen en graan. (bron: VTA )
Zelf ben ik ook lid van deze vereniging. Later deze zomer organiseert VTA proefrooiingen van o.a. aardappelen en uien onder de leden. De proefrooiing doet de teler zelf. Nu wil ik zelf elke week het groeiverloop bijhouden van onze Ramos aardappelen. Volgens de berekening zou er op dit moment 34 ton/ha (34.000 kg /ha) aan aardappelen groeien op ons perceel. Dat valt me eigenlijk nog niet mee. Vorig jaar heb ik op 13 augustus bemonsterd en zat ik op 51 ton/ha. Bij de berekening is al 15 % afgetrokken voor eventuele verliezen tijdens rooien etc. De knolmaat is een belangrijke maatstaf, want hoe groter de knol hoe beter en efficienter de industrie (frites) de aardappels later bij afleveren kan verwerken. Een knolmaat van 50 mm is een belangrijke graadmeter. Op dit moment zit er 36 % boven de maat 50 mm en dat is nog erg weining. Maar goed de aardappelen moeten nog zeker 4-5 weken groeien. Alleen de warmte en de droogte is geen ideaal weer voor een aardappel om optimaal te groeien. In de maand augustus kunnen er doorgaans nog veel aardappelen bijgroeien. Onder ideale omstandigheden kan er wel 1 ton/ha per dag bijgroeien. Een temperartuur rond de 20 graden en regelmatig wat regen vind een aardappel wel lekker. Maar dat hebben we zelf niet in de hand. Alles groeit buiten. Een topopbrengst zal het zeker niet worden. Volgende week gaan we zien hoeveel ton er per ha bijgegroeid is.

5 augustus 2013; 1e proefrooiing aardappelen

4 augustus 2013; wintertarwe oogst is nabij

Door de droge, warme julimaand word de wintertarwe nu snel rijp. Leek het eind juni er niet op dat we begin augustus al kunnen oogsten, door de warne julimaand en de eerste dagen van augustus is de tarwe een inhaalslag aan het maken. De eerste vroeg gezaaide wintertarwe werd gisteren in de buurt al geoogst. Komende dagen maar geregeld in het perceel tarwe kijken of de tarwe oogstklaar is. Het oogsttijdstip is afhankelijk van het vocht gehalte van de korrel. Het mooiste is dat deze rond de 16 % of lager ligt. Bij dit vocht % is de wintertarwe het beste te bewaren. Door uit het perceel wintertarwe wat aren te plukken en daar vervolgens de korrels uit te wrijven kunnen we het vocht gehalte laten bepalen bij een vestiging van Agrifirm. Deze hebben ge-ijkte vochtmeters. Bij een te hoog vocht gehalte betalen we droogkosten aan de afnemer.
Onze wintertarwe word afgezet aan afnemer Agrifirm. Bij Agrifirm heb ik het graan in de basispool zitten.
Na ontvangst zorgt Agrifirm Plant voor drogen, conditioneren en bewerken van het product, zodat het product gespreid over het seizoen kan worden afgezet. Agrifirm Plant treedt op als poolbeheerder en zorgt voor regie en beheer van de afzet gedurende het gehele afzetseizoen.
Aan het einde van het seizoen worden alle gemaakte kosten en opbrengsten verdeeld over de totaal afgezette productstroom en ontvangen we, net als de andere pooldeelnemers, een gemiddelde van die opbrengstprijs.(Bron:Agrifirm)
Nu maar hopen dat het nog even droog blijft zodat de wintertarwe oogst voorspoedig kan verlopen.

1 augustus 2013; distels te lijf

Tussen de aardappels staan dit jaar pleksgewijs wat distels. Deze heb ik grotendeels bovengronds verwijdert. (op de foto: de akkerdistel). De distels staan nu volop in bloei en sommige vormen al zaad. Een distel is voor de akkerbouwer een erg lastig te bestrijden onkruid. Omdat ze ondergronds via zogenaamde wortelstokken verder groeien. Weghakken helpt vaak ook niet. Hak je 1 wortelstok in 2 stukken dan groeien er daarna 2 distels uit. Door constant terug te komen met de hak word de wortelstok van de distel wel verder uitgeput. Maar elk jaar vind je ze dan toch weer terug op de akker. Distel is een onkruid dat grote problemen kan veroorzaken. Deze wortelt diep en vormt veel wortelstokken. Bovendien kunnen de distels zich via de wortelstokken vermeerderen, omdat stukjes wortel door grondbewerking worden verspreid over een perceel. Deze wortelstukjes bevatten vrijwel altijd knoppen die uitlopen en nieuwe distelplanten vormen (vegetatieve vermeerdering). Wanneer distelzaailingen zich toch op het perceel hebben gevestigd en zijn uitgegroeid tot planten, kunnen ze wortelstokken (rhizomen) gaan vormen.

Vermeerdering van planten
Mechanische bewerkingen kunnen als zij niet op het juiste tijdstip worden uitgevoerd en/of gevolgd worden door regen juist tot vermeerdering van de (akker)distelplanten leiden. De wortelstukjes krijgen de kans om op de ogen uit te lopen. In het groeiseizoen van het gewas betekent dit herhaald schoffelen als de gemiddelde akkerdistelplant ongeveer 7-8 centimeter hoog is. Dit komt overeen met zes tot acht bewerkingen per jaar.
Uiteraard kunnen bij goed drogend weer ploegen en/of stoppelbewerking in het voor- en/of najaar ook een bestrijdend effect hebben. Wanneer de eerste bloemknoppen beginnen te verkleuren kan de berm of de strook naast de natuurrand het best worden gemaaid. Er mogen geen nieuwe open kiemplekken ontstaan.

Levensvatbaar
Van bijvoorbeeld 100.000 zaadpluisjes bevatten er slechts 20.000 een zaadje.
Van deze 20.000 zaadjes zijn er 4.000 tot 8.000 levensvatbaar.
Daarvan zullen alleen bij hoge windsnelheden (krachtige wind, meer dan 5 beaufort) 40 tot 400 zaadjes verder dan 50 meter vanaf de moederplant worden verspreid.
Van deze 40 tot 400 zaden maken er 2 tot 48 zaden kans om te kiemen, mits zij in braakliggende grond terechtkomen. Als er een gewas staat, is de kans dat een kiemplant tot een volwassen plant uitgroeit lager. (Bron: Akkerwijzer )
Chemisch kunnen de distels ook bestreden worden maar dan moeten alle omstandigheden meezitten. In wintertarwe of later in een grasgroenbemester kunnen distels goed bestreden worden. Dit probeer ik dit jaar ook te doen. Maar door het wegvallen van sommige chemische bestrijdingsmethoden is het steeds moeilijker om ze zo te bestrijden. Alles moet meezitten. Ik heb de distels uit de aardappels er maar uit gehaald, want het is geen mooi gezicht. Mooi werk is het niet.

1 augustus 2013; distels te lijf

De akkermelkdistel heeft gele bloemen, de akkerdistel gezien op de eerste foto in dit artikel heeft paarse bloemen. De akkerdistel heeft tevens stekels.

1 augustus 2013; distels te lijf

De dikke wortelstok van een akkermelkdistel.

28 juli 2013; einde aan de droogte

Vrijdagavond 26 juli rond 19.00 kwam er een einde aan een lange periode van droog en heet weer. Tot dusver was de juli maand droog en vooral de laatste week heet, met een heuse hittegolf tot gevolg. Sinds 2006 was er geen hittegolf meer voorgekomen. Afgelopen week zag je dat de gewassen het moeilijk kregen. In de uien krijgt het loof gele punten. In het aardappelperceel zie je de grond van de aardappelrug open scheuren, niet gunstig omdat er licht bij de gevormde aardappelknollen kan komen, waardoor groene knollen kunnen ontstaan. Het loof van de aardappelen ziet er op zich nog steeds goed fris uit. Wat je wel zag was dat de temperatuur in de aardappelrug flink opliep. Dinsdagmiddag 22 juli om 16.45 uur was de temperatuur in de rug opgelopen naar 22,4 graden. Gelukkig staat er veel loof op het gewas aardappelen zodat de grond goed afgedekt is. Bij 25 graden in de rug kan er namelijk doorwas in aardappelen ontstaan. Dat is funest voor de kwaliteit van de aardappelen. 2013 is een jaar waarin doorwas wel eens zou kunnen ontstaan. Afwachten hoe dit afloopt.

WAT IS DOORWAS?
Doorwas is een fysiologisch verschijnsel waarbij als gevolg van een periode met hoge (bodem)temperaturen de kiemrust van de nieuw gevormde aardappelknollen in de grond wordt verbroken. Dergelijke bodemtemperaturen treden op als de maximumluchttemperatuur gedurende enkele dagen achter elkaar hoger is dan 25 °C. Als vervolgens de temperatuur weer is gedaald en het heeft geregend, kunnen bij voor doorwas gevoelige rassen aan de kiemen nieuwe knolletjes ontstaan, zogenaamde secundaire knollen. Als deze secundaire knolletjes een doorsnede hebben van 1,5 à 2 cm stopt de groei van de eerstgenoemde, de primaire knollen. Soms groeien de aan de primaire knol gevormde kiemen boven de grond en geven een plantje. Ook kan als gevolg van doorwas knolmisvorming ontstaan. Bovengronds leidt een doorwasinductie dikwijls tot hernieuwde loofgroei en het (opnieuw) in bloei raken van de planten. Doorwas treedt in sterkere mate op naarmate het gewas over meer stikstof kan beschikken. Als het gewas tijdens de periode dat hoge bodemtemperaturen optreden gesloten is, zal minder doorwas optreden dan bij een open gewas. (bron: Kennisakker )

Een droge zomer is voor de kleigrond trouwens wel gunstig. De grond kan mooi open scheuren zodat de structuur van de ondergrond goed kan herstellen. De plantenwortels kunnen makkelijker op zoek naar het vocht. Vooral na een natte herfst of winter kan de kleigrond zo weer goed herstellen.
Er zijn veel mensen die vragen waarom ga je dan niet beregenen. Beregenen doe ik normaal niet. Zelf heb ik geen haspel. Ben er ook niet zo’n voorstander van omdat de meeste jaren het uiteindelijk achteraf niet nodig is geweest. Beregenen kost veel brandstof. De kleigrond knapt nu op na een droge periode. Door te beregenen is dat effect weg. De plant gaat nu zelf op zoek naar water waardoor het wortelgestel van de plant sterker word . Tevens is het beregeningswater bij ons eigenlijk niet geschikt door het hoge zoutgehalte van het water. En ik kan ook nog eens rustig slapen. ( Ik hoef niet in de nacht de haspel te verzetten en te controleren ). Had ik nu 2 maal beregend dan was het na deze onweer wel heel nat geworden en daar kun je later tijdens het oogsten veel last van krijgen. Ik zie er niet het voordeel van in. Maar er zijn genoeg akkerbouwers die het wel doen. En die zien er wel een voordeel in. 😉  Maar aan een droge periode komt altijd een einde. Donderdagavond 25 juli hadden we al een kort buitje van 1,5 mm, maar een dag later vrijdag 26 juli rond 19.00 uur kwam het met bakken uit de hemel. In een korte tijd hadden we 25,6 mm in de regenmeter zitten. De bui was heel plaatselijk want 10 km verderop was er niets gevallen. Zaterdagmorgen 27 juli zou heel Nederland worden getroffen door zwaar onweer was de voorspelling. Code Oranje werd afgegeven, een waarschuwing afgegeven voor extreem weer. De bui kon je in de verte aan zien komen. Met spanning zat ik te wachten wat er ging komen. In de verte hoorde ik al de donder en niet veel later even veel wind en uiteindelijk de regen. Uiteindelijk viel het allemaal mee en konden we 8,7 mm bijschrijven. In de nacht van 27 op 28 juli kwam een volgende onweersstoring opzetten. Daarin zat ook nog eens 13 mm. Dat brengt het totaal op 48,8 mm sinds donderdag 25 juli. En dat getal zal de komende week nog wel oplopen want dan word er ook nog regen en onweer voorspeld.

26 juli 2013; rupsen in de suikerbieten

Afgelopen dagen hebben rupsen van de Gamma-uil aan het blad van de suikerbieten zitten vreten. Af en toe heb je een jaar dat er meer rupsen zijn. 2013 is zo’n jaar. In de suikerbieten kwam ik afgelopen weekend rupsen tegen van de Gamma-uil. Hoge luchtvochtigheid in het voorjaar en later hoge temperaturen zijn factoren die rupsengroei bevorderen. Ze vreten aan het blad waarna je onregelmatige gaten ziet. De levenscyclus duurt ongeveer 56 dagen. Een vlinder zet 260 eieren af. Na ca. 10 dagen kruipen de rupsen uit de eieren. Ze vreten dan ongeveer 27 dagen aan de suikerbieten. Daarna verpoppen ze zich. Na 19 dagen kruipen de vlinders uit de pop en begint alles weer opnieuw. Per jaar kunnen er 2-3 levenscycli voorkomen. Bestrijding is meestal niet noodzakelijk. De schade is later in het seizoen. Als meer dan 30 % van het bladoppervlak dreigt te worden opgevreten is bestrijding wel zinvol. Een gesloten gewas kan namelijk 30% van het bladoppervlak missen voordat dit opbrengst kost.

26 juli 2013; rupsen in de suikerbieten

26 juli 2013; rupsen in de suikerbieten

26 juli 2013; rupsen in de suikerbieten

Vlinder.

19 juli 2013; uien wieden

Afgelopen week perfecte omstandigheden om de aan de chemische bestrijding onsnapte onkruiden te verwijderen.
De weinig aanhangende grond aan de onkruiden droogt razensnel op, zodat de kans op een nieuwe vochtverbinding met de grond nihil is. Naast de onkruiden hebben we ook een aantal aardappelplanten verwijdert. Deze planten zijn onstaan uit opslagknollen van twee jaar terug. Een lastig te wieden onkruid is kleefkruid, welke pleksgewijs voorkwam en tussen de rijen veelal het gemakkelijkst met de hand uit te trekken is. Met de hak loop je de kans, dat er uien sneuvelen of dat je niet de hele plant wegkrijgt. Het onkruid doet zijn naam eer aan. Op enkele plekken melkdistels verwijderd. Het is belangrijk, dat dit onkruid niet van buitenaf de percelen ‘inwaait’ via de vederlichte pluizen. Ondergrondse wortelstokken zijn erg moeilijk te bestrijden. De wortelstokken worden bij een mechanische bewerking verkleind en verder over een perceel verspreid. Vanuit een klein stukje wortelstok kunnen nieuwe volwassen planten groeien. Bij teelt van open gewassen, zoals uien heeft de onkruidbestrijding op de tochtwal extra aandacht nodig. Om de zoveel jaar worden de tochten uitgebaggerd en de grond over eerste meters van een perceel verspreid, de ’tochtwal’. Ongewenste onkruiden worden gratis meegeleverd ……. !
Kruiskruid, herderstasje en varkensgras zijn dit jaar op de tochtwal in ruime mate gekiemd en blijkbaar niet volledig te bestrijden met de bodemherbicide. Vooral klein kruiskruid heeft de vervelende eigenschap al in een klein stadium over te gaan tot knopvorming en vervolgens bloemvorming. Deze plant vormt net als de melkdistel superlichte witte vruchtpluizen, die gemakkelijk met de wind worden meegevoerd. In Flevoland lijkt het aantal exotisch planten in de diverse landschappen toe te nemen. De enorme berenklauw is hier een goed voorbeeld van. In het geval van de doornappel kunnen we spreken van een exotisch onkruid, welke sporadisch voorkomt. Via vogels of mest verspreid ?

17 juli 2013; foto’s akkerrand langs Overijsselse tocht

In de beide akkerranden treffen we vele prachtig gekleurde (en gevormde) bloemen aan. Rondom de bloemen vertoeven verschillende overactieve insecten. De meesten insecten lijken zonder doel rond te vliegen en hebben al helemaal geen tijd voor een mooie foto. Alleen bijen en wespen gaan helemaal op in het verzamelen van de honing en blijven soms even ‘stilzitten’ tot de foto is genomen. Niet alleen in de akkerrand is het levendig, maar ook in de Overijsselse tocht zijn kleine en grote dieren volop actief. Tijdens het beoordelen van de akkerrand langs de rietkraag een hoop geplons, dat blijken vele paaiende vissen te zijn.

 

15 juli 2013; groeiverloop in 3 weken

Ten opzichte van vorige week groeien de zaaiuien hard. Hetzelfde geldt voor de aardappelen en dan vooral ondergronds delen. In de monstername lijken de suikerbieten in verhouding t.o.v. de uien en aardappelen langzamer te groeien. De aardappelruggen zijn inmiddels erg droog, alleen van een rotte (natte) aardappelknol krijg je natte vingers. De moederknollen hebben hun taak vervolbracht en sterven af. Alle gewassen staan nog mooi recht overeind (geen legering).

12 juli 2013; graanetappe in de Tour de France

De firma Nu-Swift brandbeveiliging uit Arnhem heeft de bedrijfsveiligheidartikelen gecontroleerd. Een medewerker van Nu-Swift heeft de brandblussers en de bedrijfsverbanddoos BHV (bedrijfshulpverlening) gecontroleerd. Deze controle vindt een keer per jaar plaats.

De wielrenners van de Tour de France passeerden in hoog tempo eindeloze vlakten graan. De renners hadden vandaag een vlakke/glooiende etappe van Tours naar Saint-Amand-Montrond. Een enerverende etappe met mooie beelden vanuit de helicopter over enorme arealen graan. Veel percelen leken op TV al behoorlijk afgerijpt. Enkele percelen al geoogst en soms in grote balen geperst. De temperatuur in Frankrijk rond de 30 graden. Een groot verschil met de 19 graden in Flevoland. Zelfs een beetje motregen in de ochtend. Geen enkele combine in actie gezien. Jammer het had prachtige luchtopnamen kunnen opleveren. We hebben ook al in vorige etappes gezien , dat de Fransen erg creatief zijn met de balen graan … Ze worden ook regelmatig als tribune ingezet. Geoogste graanpercelen dienen soms als parkeerplaats…De omstandigheden in de etappe waren vergelijkbaar met de open (winderige) vlakten in Flevoland. De wielrenners koersten in lange waaiers (zijwind) met een ongelooflijke gemiddelde snelheid van 47 km naar de finish. Zelden zo’ n ‘slagveld’ in een vlakke koers gezien. De deskundigen spreken inmiddels over een historisch koers. Uiteindelijke een prachtige derde plaats voor Bauke Mollema.

12 juli 2013; graanetappe in de Tour de France 12 juli 2013; graanetappe in de Tour de France