Eerste perceel tarwestoppel ingezaaid met groenbemester

Het eerste perceel, perceel 1 op ons bedrijf, is ingezaaid met een groenbemester. Dit jaar heb ik gekozen voor een mengsel van haver, bladrammenas en phacelia.  Per ha is 25 kg haver, 10 kg bladrammenas en 5 kg phacelia ingezaaid.
Haver heeft een intensieve beworteling en is bladrijk. Bladrammenas heeft een mooie penwortel die diep wortelt en phacelia heeft een zeer intensieve beworteling. Als het meezit kan de laatste ook nog bloeien wat zeer nuttig is voor diverse insecten zoals bijen. Een hele mooie combinatie. Ik meng de groenbemester zelf door elkaar.

Het perceel heeft eerder al een bemesting gehad met ca. 37 m3 varkensdrijfmest per ha.

31 juli 2018; sleepslangen tarwestoppel


Verder is er 18 ton champost per ha op gekomen.

6 en 7 augustus 2018; champost verspreiden


Daarna is het perceel losgetrokken met een Lemken Karat cultivator.

3 augustus 2018; wintertarwe stoppel lostrekken


Het perceel is ingezaaid met de Lemken Zircon rotorkopeg en Lemken Saphir zaaimachine. Ik had wel eerder kunnen zaaien, maar omdat de grond nogal droog is, gewacht tot er serieuze regen voorspeld werd. Inmiddels heeft het wat geregend. Door de hoge bodemtemperatuur zal het zaad snel kiemen.

Champost verspreiden

Maandagavond 6 en dinsdagmorgen 7 augustus heb ik op 1 tarwestoppel champost laten verspreiden. De champost is met de combinatie van akkerbouwbedrijf Dogterom uit Lelystad verspreid. Per ha is er ca. 18 ton champost  op de tarwestoppel verspreid.

Champost is een product dat afkomstig is uit de teelt van champignons. Het is de voedingsbodem waarop de champignons groeien. In het product zit veel organische stof. Om het organische stof gehalte op peil te houden is dit als alternatief van compost een mooi product. Tevens bevat de champost nog o.a. stikstof, fosfaat en kalium.  1.000 kg champost bevat gemiddeld:

340 kg droge stof
200 kg organische stof
45 kg calcium
6,7 kg stikstof (hiervan hoeft maar 25% te worden berekend in de aangifte)
3,6 kg fosfaat
9 kg kalium
2,5 kg magnesium
1 m³ champost weegt ongeveer 560 kg. Voor meer info over champost in de akkerbouw klik hier.

De champost is in de winter al aangevoerd. Hier een artikel over de aanvoer van de champost op Harrysfarm.


Nadat de champost is verspreid, werk ik deze direct in met de Lemken Karat cultivator. Later zaai ik de tarwestoppel in met een groenbemester.


 

Wintertarwe stoppel lostrekken

Woensdag en donderdag 1 en 2 augustus met de Lemken Karat cultivator 1 perceel wintertarwestoppel losgetrokken. Het andere perceel wordt volgende week gedaan omdat daar nog champost over word uitgereden. De tarwestoppel is inmiddels erg droog geworden. Vind je het gek na de lange periode van droogte en warmte. Ik wilde hier eigenlijk een groenbemester inzaaien, maar de slagingskans is nu erg klein. Het zaad kan niet kiemen in deze droge grond. De meningen van collega akkerbouwers zijn verdeeld. De ene zegt wel zaaien, want komt er regen dan kan het kiemen. De andere zegt niet, omdat het zonde is om in de droge grond te zaaien.
Ik houd het weerbericht goed in de gaten. Als er serieuze regen voorspeld word ga ik toch zaaien.



Zaaisporen uien zaaimachine woelen

De trekkersporen van de uienzaaimachine heb ik losgetrokken met een kleine lichte woeler. Bij grote neerslaghoeveelheden in het groeiseizoen hoop ik hier mee te voorkomen dat er na een grote bui water blijft staan in deze sporen.

 

AM bemonsteren

Het perceel aardappelen van 2017 waar nu de wintertarwe groeit is 12 april onderzocht op de aanwezigheid van schadelijke aaltjes voor de aardappelteelt. Hierop, wordt nadat de uitslag bekend is, bepaalt wat voor ras ik in 2022 ga telen op dit perceel. HLB De Groene Vlieg doet het onderzoek.

Meer info over aaltjes bemonstering.

Met behulp van een Quad die op GPS rijdt worden er steeds stroken van 6 meter bemonsterd. In de strook wordt om de 2,25 meter met een schepje een grondmonster uit het perceel gehaald. De quad rijdt tijdens het bemonsteren ca. 16 km/uur.
Tegelijkertijd wordt er ook nog een monster genomen die de bemestingstoestand van het perceel meet. Hiermee wordt o.a. fosfaat, kalium en magnesium bemonsterd. Teven worden de pH, het organische stof gehalte en de afslibaarheid gemeten. Nadat de uitslag bekend is kan men behulp van een taakkaart plaatsspecifiek bemesten. Ik wil mijn 5 hoofdpercelen de komende jaren zo in beeld brengen en wie weet in de toekomst, als ik de apparatuur ervoor heb, plaatsspecifiek bemesten.

Via dit artikel meer info over deze methode van bemonsteren.

12 april 2018; AM bemonsteren door HLB DE Groene Vlieg

 

Demo voorjaarsploegen bij WUR te Lelystad

Dat het ondiep ploegen steeds meer begint te leven onder de akkerbouwers bleek wel tijdens de velddemo voorjaarsploegen bij de WUR te Lelystad. Onder grote belangstelling van ca. 300 akkerbouwers uit Flevoland en ook daar buiten heeft Joost Rijk van WUR in samen werking met Christoffel Den Herder van Delphy bij de Wageningen University & Research te Lelystad een demomiddag georganiseerd met 3 verschillende type ecoploegen. Tijdens de demo kon men ook nog zaaibedbereiders bekijken.
De demo werd mede ondersteund door de Provincie Flevoland vanuit het Actieplan Bodem en Water vanuit het project, Zicht op de Bodemstructuur.

Het ecoploegen (ondiep ploegen op ca.15 cm diepte i.p.v. 25 cm) krijgt steeds meer aandacht onder de akkerbouwers. Vandaar dat deze demonstratie een uitgelezen mogelijk was om de verschillende ploegen te bekijken en te vergelijken.

Doordat een dag ervoor drijfmest is uitgereden op de te ploegen akker en op de ochtend van de dag zelf was er ook nog 4 mm regen gevallen ging het bovenover ploegen allemaal maar net. De zaaibedbereiders kwamen door het net iets te natte weer dan ook niet in actie. De ploegen uiteraard gelukkig wel.

Ik volg de ontwikkelingen op het gebied van ondiep ploegen goed. Voordelen van ondiep ploegen zijn o.a. minder brandstof verbruik, geen ploegzool meer en het organische stof wordt bovenin  beter op peil gehouden wat weer heel goed is voor het bodemleven. Een nadeel zou kunnen zijn dat het waterbergend vermogen minder is, maar daar zijn de meningen over verdeeld.

Er werden deze middag 3 ploegen vergeleken, een Rumpstad, een Ovlac en een Kramer ploeg. In de schuur bij Professor Broekema Hoeve werd door Christoffel den Herder van Delphy eerst uitleg gegeven over het ecoploegen. Daarna gingen we lopend naar het veld waar de demo werd gehouden.

22 maart 2018; demonstratie ecoploegen bij WUR te Lelystad


Eerst was de Ovlac ploeg aan de beurt om zijn kunsten te laten zien. Dit is een Spaanse ploeg.


Daarna kwam de Kramer aan de beurt. Deze ploeg is van Italiaanse makelij en geïmporteerd door Kramer.


En als laatste de Rumpstad ecoploeg, van Nederlandse makelij.

Het was een erg interessante leerzame middag.

Nog meer foto’s en video’s van deze middag zijn ook te zien op de website van Trekkerweb.

 

Installatie GeoBas bodemvochtsensoren

Jeroen Straver van Agrometius heeft vrijdag 9 maart de GeoBas bodemvochtsensoren op het perceel waar dit jaar de aardappelen komen te groeien geïnstalleerd. Ik heb deze aangeschaft om meer inzicht te krijgen in de hoeveelheid vocht in de bodem. En heeft de plant tijdens de groei straks voldoende vocht. Misschien is beregenen nodig of juist niet. Met behulp van verschillende sensoren wordt dat inzichtelijk gemaakt. De aangesloten sensoren meten neerslag, volume% vocht, de zuigspanning en bodemtemperatuur. Met behulp van een app op telefoon of via de computer zijn de sensoren te volgen.

Meer info over de GeoBas klik hier.

Ploegen afgerond

Donderdagmorgen heb ik het laatste perceel omgeploegd. Op dit perceel stond dit jaar wintertarwe. Na de oogst is er varkensdrijfmest en champost op uitgereden en daarna ingezaaid met een groenbemester mengsel van bladrammenas en zwaardherik. De groenbemester kwam goed op maar heeft door de natte september maand wat groeiachterstand gekregen. Toen later dit jaar het weer wat opknapte is de groenbemester toch nog wat hersteld en uiteindelijk geslaagd. De grond is flink doorworteld. Dat is goed te zien op de onderstaande foto’s.
Op een ander perceel wintertarwe wat een week eerder geploegd is stond een Terralife Solarigol groenbemester mengsel. Dit mengsel kwam in het begin wat onregelmatig op. Vooral de wikken in dit mengsel deden het niet goed. Ik kan niet verklaren waarom. Uiteindelijk is hier ook nog een mooi gewas opgekomen, maar vergeleken met het perceel met de bladrammenas veel opener, waardoor onkruiden en tarweopslag meer kans kregen.

Hier de link naar hoe de Solarigol Terralife zich dit jaar ontwikkeld heeft.

Hier de link naar hoe de bladrammenas zich dit jaar ontwikkeld heeft.


Het ploegen ging mooi. Ik ploeg  ca. 22 cm diep. De voorscharen zitten er nog wel aan, maar doen niet veel. Daardoor blijven er nog wel eens wat bladrammenas resten bovenop liggen. Voordeel is wel dat de groenbemester mooier door de bouwvoor heen gemengd word. Dat is beter voor de vertering dor het bodemleven. Hopelijk krijgen we deze winter nog wat vorst. Dan kunnen deze resten nog afvriezen. In 2018 groeien hier zaaiuien.


Tijdens het ploegen kwam ik een groep van 5 fazanten tegen. Dat is lang geleden. Hier in Flevoland kom je ze nog zelden tegen. Verder nog een mooi vogeltje vastgelegd. Dat zou volgens de werkgroep de Grauwe Kiekendief een roodborsttapuit moeten zijn. Tijdens het ploegen vliegen er ook altijd wel wat roofvogels, zoals buizerds en een torenvalk,  op zoek naar muizen die tijdens het ploegen boven komen.


Aardappelland gewoeld

Direct na het rooien van de aardappelen worden de sporen, waar de aardappelrooier en kiepwagens doorheen gereden hebben, losgetrokken met een woelpoot. Dit doen we om te voorkomen dat na regen de sporen vol komen te staan met water. Tevens is de grond dan al mooi diep losgemaakt zodat hier later dit jaar wintertarwe ingezaaid kan worden. Mijn vader van 82 heeft de sporen losgetrokken. Dit doet hij met de net aangeschafte woeler van Evers, de Sumbawa. Het unieke aan de Sumbawa zijn de hydraulisch verstelbare tanden. Iedere gewenste tandafstand tussen 75 en 122,5cm is in te stellen. Zodoende altijd passend voor het woelen van rijsporen op 150-225cm. De woeler is geleverd door mechanisatiebedrijf Van Arendonk uit Dronten.


Zicht op de bodemstructuur

Dit jaar doe ik mee aan het project, Zicht op de bodemstructuur. Het Flevolands Agrarisch Collectief voert het project uit.

LTO Noord Flevoland, Waterschap Zuiderzeeland en Provincie Flevoland sloegen de handen ineen en zijn samen het Actieplan Bodem en Water gestart. Binnen dit actieplan valt ook het unieke project ‘Zicht op de bodemstructuur’, waarin boeren de kans krijgen om hun eigen grond samen met een expert én een buur(t)man te onderzoeken. Het doel? Duurzaam bodembeheer stimuleren en kennisdeling. Het project bestaat uit twee fasen; in fase A staat bewustwording van de eigen situatie van de boeren centraal en de vervolgfase (fase B) is gericht op het begeleiden van de boeren in het nemen van maatregelen ter verbetering van de bodemconditie.(Bron: Flevolands Agrarisch Collectief).

Ik doe mee aan fase A. Het is een erg leerzaam project, waarmee ik samen met een collega akkerbouwer, de bodem van elkaar bekijk en beoordeel. Eerst hebben we begin juni samen met nog 2 koppels akkerbouwers en bodemdeskundige Martin Duijkers van Aeres  bij mij in de kantine het project besproken. Daarna zijn we het veld ingegaan en hebben wat profielkuilen beoordeelt. We beoordelen de kuil op de kenmerken; structuur, bodemleven, beworteling en waterhuishouding. Dit gebeurt op dieptes van 0-25 cm en 25-50 cm. Een speciale handleiding (veldboekje) wordt gebruikt als leidraad voor de beoordeling. Op een scoreformulier geven we deze kenmerken een cijfer. Er volgt een levendige discussie. Opvallend is dat de wortels van de suikerbieten al flink diep zitten.


23 juni ga ik samen met mijn collega akkerbouwer het veld in om bij elkaar de bodem op 2 verschillende plekken te beoordelen. Nu moeten we het zelf doen zonder Martin Duijkers erbij.


Tussendoor hebben we nog een keer een bijeenkomst waarin we samen met Martin Duijkers en de 2 andere koppels de resultaten van elk koppel bekijken en ervaringen delen. Later half augustus gaan Martin Duijkers en mijn collega nogmaals het veld in om op ongeveer dezelfde plek nogmaals een profielkuil te beoordelen. Maar nu beoordeelt Martin Duikers de profielkuilen. We vergelijken elkaars scoreformulieren.

Al deze resultaten en bevindingen gaan we nog een keer met de twee andere koppels bespreken. Al met al een erg leerzaam project.


In onderstaande reportage van Omroep Flevoland over het project Zicht op de Bodemstructuur is te zien hoe een groep boeren rondom Lelystad bezig is met dit project.